Een steeds grotere groep mensen wordt geraakt door een verslaving zoals een drugsverslaving of een alcoholverslaving. De vraag die we in dit artikel behandelen is, ‘in welke stappen raakt iemand verslaafd?’. Dit proces van verslaving bestaat uit 6 fases.
Verslaving fase 1: De inwijding
De meeste mensen proberen voor het eerst alcohol of drugs in hun tienerjaren, voordat ze volwassen worden. Dit doen zij uit nieuwsgierigheid, peer pressure (vrienden doen het ook). Ook is het brein van een tiener – de prefontale cortex – nog niet goed ontwikkeld. Dit deel van de hersenen stuurt besluitvorming en impulsen.
Nadat een tiener voor het eerst drank of drugs heeft geprobeerd, kunnen er twee dingen gebeuren: (1) de nieuwsgierigheid is verdwenen en de tiener voelt geen drang om het nog een keer te doen of (2) de tiener gaat experimenteren.
Of een tiener gaat experimenteren hangt af van een aantal factoren: de beschikbaarheid van drugs en alcohol in de omgeving, of vrienden het gebruiken of niet, de aanwezigheid van geestelijke gezondheidsproblemen zoals depressie, angst of AD(H)D, een familieomgeving waar fysiek- of emotioneel misbruik plaatsvindt of psychische aandoeningen en alcohol- of drugsgebruik in de familie.
Verslaving fase 2: Experimenteren met drank of drugs
Volwassenen die beginnen met drinken doen dit vaak als een reactie op problemen in hun leven, zoals het verliezen van een partner, ouder of een baan. Zij belanden vaak meteen in de tweede fase; de experimentatiefase.
Tieners gebruiken de drank of drugs steeds vaker, met vrienden, vanwege peer pressure. Ook is de drank of drugs vaak een antwoord op onzekerheid, geen zingeving ervaren of het gebrek aan een stabiele thuissituatie.
In de tweede fase is het gebruik van de alcohol of drugs nog vrijwillig. Het middel wordt nog niet frequent gebruikt. Als het bij deze fase blijft, kunnen de meeste gebruikers zelf stoppen. Helaas blijven de mensen die geloven dat het middel hun problemen oplost óf waarvoor het middel zorgt dat zij zich beter voelen vaak gebruiken.
Het gebruik van alcohol en bepaalde typen drugs is sociaal geaccepteerd, dus de grens tussen een recreatief gebruiker en een verslaafde is vaag, en bevindt zich ergens aan het einde van deze fase.
Verslaving fase 3: Regelmatig gebruik
In de derde fase wordt het middel van gebruik regelmatig gebruikt. Misschien is dit nog niet dagelijks, maar er ontstaat een patroon van gebruik. Het middel wordt bijvoorbeeld ieder weekend gebruikt – of steeds onder vergelijkbare omstandigheden (bij stress, verveling, eenzaamheid, etc.).
In deze fase wordt het gebruik vaak uitgebreid van alleen bij sociale gelegenheden, naar ook thuis alleen, op de bank. Er begint problematisch gedrag te ontstaan, zoals het missen van (werk)afspraken of vaker spijbelen op school.
De hersenen hebben inmiddels de verbinding gelegd tussen het middel en het feit dat je even aan negatieve emoties of situaties ontsnapt.
Verslaving fase 4: Problematisch en riskant gebruik
In deze fase wordt het negatieve effect van de verslaving op het leven duidelijk. Het gebruik bedreigt de veiligheid van de gebruiker en de mensen om hem/haar heen.
Gebruikers in dit stadium stappen bijvoorbeeld in de auto onder invloed. School, studie en/of werk lijden onder het gebruik, maar ook relaties met vrienden, familie en collega’s worden geraakt. Het gedrag van de persoon in kwestie is veranderd en de persoon heeft vaak een andere vriendencirkel dan voor het gebruik.
In deze fase wordt er officieel nog niet van verslaving gesproken.
Verslaving fase 5: Afhankelijkheid
Iemand die afhankelijk is van drank of drugs blijft het middel gebruiken op regelmatige basis, ondanks de negatieve invloed dat het gebruik heeft op het leven, het lichaam en de mensen in de omgeving.
Afhankelijkheid van drank of drugs vindt plaats in 3 stappen: (1) tolerantie, de persoon heeft steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken, (2) fysieke afhankelijkheid, de persoon krijgt ontwenningsverschijnselen als hij/zij niet gebruikt en (3) psychologische afhankelijkheid, waarin de gebruiker cravings ervaart, meer en meer gaat gebruiken en steeds weer start met gebruiken na een poging om te stoppen. Dit wordt ook wel ‘chemische afhankelijkheid’ genoemd.
Verslaving fase 6: De verslaving (saillantie)
In deze fase wordt vrijwel het hele leven beheersd door het gebruik. Schadelijke gevolgen vinden plaats op lichamelijk-, psychisch- en sociaal gebied.
De behoefte aan het middel is onweerstaanbaar en de gebruiker verlangt naar het effect. Het gebruik wordt vaak ontkent, terwijl de gebruiker zich eigenlijk niet meer prettig voelt zonder het middel.
Het lichaam is zo gewend geraakt aan het regelmatige gebruik dat het niet meer zonder kan en bij het staken vinden ontwenningsverschijnselen plaats, zoals transpireren, trillen, misselijkheid, spierpijn, angst, rusteloosheid en prikkelbaarheid.
Het desfunctioneren van de gebruiker zorgt voor problemen met familie, vrienden en collega’s. Helaas nemen deze mensen vaak afstand van de gebruiker.
Worstel jij – of iemand in je omgeving – met verslaving? Zoek meteen hulp, want hoe eerder je erbij bent, hoe beter je geholpen kunt worden (en hoe makkelijker het is om te stoppen).
Misschien vind je dit ook interessant:
- Helpt yoga bij verslaving?
- Meditatie/mindfulness bij verslaving
- ADHD en verslaving
- Help, mijn beste vriend is verslaafd!
- Hoe het is om te leven met een verslaafde
Bronnen